Skip to main content

Antipestprotocol

Oranje Nassauschool
Lijsterstaat 1-3
2042 CH  Zandvoort
Tel: 023-5714325
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Antipestprotocol van de Oranje Nassauschool

 

boom

 

 

Oranje Nassauschool
Lijsterstraat 1
2042 CH Zandvoort
BRIN 14YU

Dit antipestprotocol heeft het volgende doel:

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met plezier naar school te gaan. Leerkrachten, leerlingen, ouders en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit pestprotocol.

Wat is pesten?

Het is belangrijk pesten niet te verwarren met plagen. Plagen en/of ruzie komt in een groep leerlingen dagelijks voor. Het behoort tot het natuurlijke gedrag van mensen en dus ook tot dat van kinderen. Plagen is een meer tijdelijk iets, is éénmalig in deze vorm, heeft geen structurele kenmerken, is situatie gebonden en niet op personen gericht maar meer op gedragingen van personen. Plagen is ook wederzijds, het gaat over en weer en berokkent geen blijvende schade aan kinderen. Pestgedrag is gedrag dat zich structureel en systematisch herhaalt en gericht is op één of enkele specifieke personen. Het is pesten als een kind zich niet kan verweren en het gedrag als kwetsend wordt ervaren door het kind.

Het signaleren van pestgedrag

Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten, ouders en medeleerlingen dit kunnen signaleren. Een aantal signalen van pestgedrag kan zijn:

  • Buitensluiten/isoleren
  • Opmerkingen maken over kleding of uiterlijk
  • Bezittingen afpakken
  • Nooit de echte naam van een leerling gebruiken, maar een bijnaam
  • Schelden of schreeuwen
  • Opwachten of achterna gaan

Bij kinderen die gepest worden kunnen gedragsveranderingen optreden. Ouders en leerkrachten moeten hier alert op zijn.


 

Plan van aanpak

In de eerste plaats geldt het gezegde dat voorkomen beter is dan genezen. Een preventieve aanpak is dus van primair belang

De preventieve aanpak van de school

  • Een klimaat creëren waarbinnen pesten geen normaal gedrag is
  • Met behulp van omgangsregels spreken we af hoe we ons ten opzichte van elkaar gedragen
  • We zien pesten als een serieus probleem
  • Leerkrachten hebben vaardigheden opgedaan in het signaleren en bestrijden van pestgedrag
  • De Oranje Nassauschool ondersteunt haar leerkrachten met voldoende lesmateriaal om pestgedrag tegen te gaan. Sinds 2011 gebruikt de Oranje Nassauschool een methode voor sociaal- emotionele ontwikkeling, waarbij plagen en pesten regelmatig aan bod komen. De methode die gebruikt wordt heet Goed Gedaan. Ouders worden ook betrokken bij de uitvoering.
  • Vanaf groep 4 krijgen alle leerlingen ieder jaar een weerbaarheidstraining van 4 lessen. Dit programma heet Rots en Water
  • Er zijn drie stelregels in de school:

Stelregel 1: Het inschakelen van de leerkracht wordt niet opgevat als klikken

Stelregel 2: Een medeleerling heeft de verantwoordelijkheid om het pestprobleem bij de leerkracht te melden. Alle kinderen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep

Stelregel 3: Samenwerken zonder bemoeienissen. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking én communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig het probleem voor hun kind p te komen lossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders van zowel het kind dat gepest wordt als het pestende kind. De inbreng van de ouders blijft beperkt tot het signaleren en aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties aan de leerkracht en tot het ondersteunen van de aanpak van de school.


De directe aanpak van de leerkracht

Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten, proberen zij en wij:

Stap 1: Er eerst zelf uit te komen

Stap 2: Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de leerkracht voor te leggen. Ook een kind dat zelf niet gepest wordt maar dit ziet gebeuren, heeft als plicht de leerkracht in te schakelen. Zie stelregel 1.

Stap 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en afspraken te maken.

Stap 4: Bij herhaaldelijk ruzie- en/of pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerlingen die ruzie maakt of pest. Er worden afspraken gemaakt met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van de week in een kort gesprek aan de orde. De naam, de toedracht en een samenvatting van de gemaakt afspraken, worden in genoteerd in de klassenmap. Bij een derde melding in de klassenmap worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie en/of pestgedrag. Leerkrachten en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De intern begeleider wordt op de hoogte gesteld van de situatie. Ook wordt de situatie gemeld tijdens de bouwvergadering zodat andere leerkrachten op de hoogte zijn. De overblijfcoördinator wordt indien noodzakelijk ook op de hoogte gesteld.

De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Externe deskundigen kunnen ingeschakeld worden na overleg met de interne begeleider van onze school.

Als het pesten in een extreme vorm blijkt voor te komen, wordt de directie ingeschakeld. Indien nodig wordt schorsing of verwijdering overwogen.


 

De omgangsregels die in alle groepen gelden

De omgangsregels zijn terug te voeren op de regel “respectvol omgaan met elkaar”. In de Oranje Nassauschool gelden voor alle betrokkenen de volgende omgangsregels:

  1. Benader elkaar zoals je zelf benaderd wil worden
  2. Vertel het aan de leerkracht als je iets niet fijn of gevaarlijk vindt
  3. Noem elkaar bij de voornaam en gebruik geen scheldwoorden
  4. Luister naar elkaar en neem elkaar serieus
  5. Laat elkaars spullen met rust
  6. Praat een ruzie met de betrokkenen uit. Vergeven en vergeten hoort daar ook bij!
  7. Gebruik de STOP-regel. Wordt er niet gestopt, dan wordt de leerkracht erbij gehaald
  8. Door andere leerlingen wordt geen partij gekozen

De STOP-regel

Word je geplaagd?

Zeg dan dat je dat niet wilt!

Gaat het plagen door?

Zeg dan STOP!


 

Bijlagen

Begeleiding van de gepeste leerling:

  • Medeleven tonen, luisteren en vragen hoe en door wie er wordt gepest
  • Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten
  • Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken . de leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren.
  • Zoeken en oefenen van een andere reactie (denk aan de Rots en Water principes)
  • Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest
  • Nagaan welke oplossing het kind zelf wil
  • Sterke kanten van de leerling benadrukken
  • Belonen als de leerling zich andere/beter opstelt
  • Praten met de ouders van de gepeste leerling. Er worden adviezen aan ouders gegeven.
  • Een peergroup vormen

Begeleiding van de pester:

  • Praten en inleven; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen)
  • Laten zien wat het effect van zijn of haar gedrag is op de gepeste
  • Excuses laten aanbieden
  • In laten zien welke sterke en leuke kanten de gepeste heeft
  • Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan die regel.
  • Het kind leren om niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen (denk aan de Rots en water principes)
  • Praten met de ouders van de pester. Elkaar informeren en overleggen
  • Zo nodig zoeken van een sport of en club waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn
  • Op initiatief van de ouders of van school hulp inschakelen zoals: sociale vaardigheidstrainingen, JGZ, huisarts
  • Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn:

-een problematische thuissituatie

-voortdurend gevoel van buitengesloten voelen

-voortdurend in een niet passende rol gedrukt worden

-voortdurend met elkaar de competitie aan gaan

-voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt

 

Adviezen aan de ouders van onze school

Ouders van gepeste kinderen

Houdt de communicatie met uw kind open. Blijf in gesprek met uw kind. Onderscheid plagen en pesten. Probeer positief te blijven. En niet de nadruk te blijven leggen op het plaag- of pestgedrag. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Door positieve stimulering kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen Stimuleer uw kind tot het beoefenen van en sport. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt.

Ouders van pesters

Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek. Elk kind loopt kans een pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van en sport. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat.

Aan alle ouders

Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Stimuleer uw kind op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf ook het goede voorbeeld. Leer uw kind voor zichzelf op te komen. En leer uw kind voor anderen op te komen. Wanneer er op school iets is gebeurd en het is opgelost, kom er dan thuis niet op terug. Opgelost is opgelost! Denk er eens over na wat u zoal bespreekt aan tafel. Bedenkt u zich dan dat kinderen heel veel horen en opslaan!